faux plan

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

faux plan m

  1. (spreektaal) mislukking
    «Ces faux plans à Alphonse pour nous dégoter un DJ pour nos soirées, j’en suis revenu.»
    Die mislukte plannen van Alphonse om een dj voor onze feesten te regelen, daar heb ik genoeg van. [1]
  2. (spreektaal) het laten afweten, niet komen opdagen
    «Aziz devait m'apporter ses CDs mais il m’a fait un faux plan
    Aziz zou me zijn cd's brengen, maar hij is niet komen opdagen. [1]

Verwijzingen