faux plan
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van faux en plan
Zelfstandig naamwoord
faux plan m
- (spreektaal) mislukking
- «Ces faux plans à Alphonse pour nous dégoter un DJ pour nos soirées, j’en suis revenu.»
- Die mislukte plannen van Alphonse om een dj voor onze feesten te regelen, daar heb ik genoeg van. [1]
- «Ces faux plans à Alphonse pour nous dégoter un DJ pour nos soirées, j’en suis revenu.»
- (spreektaal) het laten afweten, niet komen opdagen
- «Aziz devait m'apporter ses CDs mais il m’a fait un faux plan.»
- Aziz zou me zijn cd's brengen, maar hij is niet komen opdagen. [1]
- «Aziz devait m'apporter ses CDs mais il m’a fait un faux plan.»