explicatrice
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·pli·ca·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van expliceren of expliqueren met het achtervoegsel -atrice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | explicatrice | explicatrices |
verkleinwoord | explicatricetje | explicatricetjes |
Zelfstandig naamwoord
de explicatrice v
- (beroep) vrouwelijke vorm van explicateur vrouwelijke vorm van explicator
Gangbaarheid
- Het woord 'explicatrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.