evaporeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: evaporeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- eva·po·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
evaporeren |
evaporeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evaporeren
- Jij evaporeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evaporeren
- Hij evaporeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van evaporeren
- Evaporeert!