Naar inhoud springen

entraineert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·trai·neert

Werkwoord

vervoeging van
entraineren

entraineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van entraineren
    • Jij entraineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van entraineren
    • Hij entraineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van entraineren
    • Entraineert!