entert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·tert

Werkwoord

vervoeging van
enteren

entert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
    • Jij entert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
    • Hij entert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van enteren
    • Entert!