entern

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·tern
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nederlandse werkwoord enteren
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
entern
enterte
[1+3]: (hat) geentert
[2]: (ist) geentert
zwak volledig niet-samengesteld

Werkwoord

entern

  1. overgankelijk, (scheepvaart) wederkerend enteren
    «Damals (um 1623) war es normal, auf offener See ein Schiff zu entern und die Ladung in Beschlag zu nehmen, die sogenannte Freibeuterei; dies war nur erlaubt, wenn die Ausbeute an das eigene Land ging.»
    In die tijd (omstreeks 1623) was het gewoon om op open zee een schip te enteren en de lading in beslag te nemen, de zogenaamde kaapvaart, dit mocht alleen als de opbrengst voor je land was. [1]
  2. overgankelijk, (scheepvaart) (in de tuigage) klimmen
    «Wenn die Bedingungen es erlauben, dann bieten wir unseren Gästen auf abenteuerlichen Segeltörns die Gelegenheit, in die Takelage zu entern
    Als de omstandigheden het enigszins toelaten dan bieden we onze gasten op avontuurlijke zeilreizen de gelegenheid in de tuigage te klimmen. [2]
  3. overgankelijk, (spreektaal) (een muur) beklimmen
  4. overgankelijk, (figuurlijk) iets illegaal in bezit nemen (bijv. een booreiland door activisten van een milieuorganisatie)
Synoniemen
  • [1]: (ein Schiff) aufbringen
  • [1]: (ein Schiff) kapern
  • [2]: in de Takelung eines Schiffes klettern
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: ein Schiff entern
  • [3]: eine Mauer entern
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. Vincent de Kam
    Piet Pieterszoon Heyn 1577 - 1629
  2. Richard Slootweg, Kapitein Clipper Stad Amsterdam
    hoog niveau op dito leeftijd