ender

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·der
Naar frequentie 1589

Werkwoord

ender

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ende

Zelfstandig naamwoord

ender

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van ende