eiwitmantel

Uit WikiWoordenboek
Gekleurde weergave van de eiwitmantel van het zikavirus.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·wit·man·tel
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord eiwitmantel eiwitmantels
verkleinwoord eiwitmanteltje eiwitmanteltjes

Zelfstandig naamwoord

de eiwitmantelm

  1. (biologie) buitenwand rond het genetisch materiaal van een virus, opgebouwd uit eiwitstructuren (capsomeren) die bestaan uit door het virus zelf gemaakte eiwitten.
    • Dit Nederlandse virusdeeltje is op de tekentafel ontworpen. Het ging de ontwerpers om de eiwitmantel: de buitenkant van het virus die zich vanzelf uit losse eiwitten opbouwt. Ze bedachten een ‘minimalistisch’ manteleiwit, met onder meer een structuur die lijkt op die van zijde-eiwitten. Die eiwitten vouwen zich vanzelf groepsgewijs rond DNA. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen