eenduidigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·dui·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenduidigheid | eenduidigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eenduidigheid v
- slechts voor één uitleg vatbaar,
- Zelf ben ik betrokken bij het Nationaal Initiatief Herstructurering van Schulden, waarmee gemeenten experimenteren. Inzet is om als gemeente snel de schuldenlast weg te nemen, en tegelijk te werken aan een steunsysteem voor gedragsverandering om weer nieuw perspectief op te bouwen. Het is ontwikkeld met steun van energiemaatschappijen, zorgverzekeraars en wooncorporaties. Die zien inmiddels ook liever wat coördinatie en eenduidigheid, in plaats van voor ieder weer een andere aanpak. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord eenduidigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eenduidigheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Martien Kromwijk 21 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be