eenduidigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·dui·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenduidigheid eenduidigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eenduidigheidv

  1. slechts voor één uitleg vatbaar,
    • Zelf ben ik betrokken bij het Nationaal Initiatief Herstructurering van Schulden, waarmee gemeenten experimenteren. Inzet is om als gemeente snel de schuldenlast weg te nemen, en tegelijk te werken aan een steunsysteem voor gedragsverandering om weer nieuw perspectief op te bouwen. Het is ontwikkeld met steun van energiemaatschappijen, zorgverzekeraars en wooncorporaties. Die zien inmiddels ook liever wat coördinatie en eenduidigheid, in plaats van voor ieder weer een andere aanpak. [1] 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Martien Kromwijk 21 februari 2017
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be