ebita

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ebi·ta
Woordherkomst en -opbouw

afkorting uit het Engels Earnings Before deduction of Interest, Tax and Amortisation

enkelvoud meervoud
naamwoord ebita
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ebitav / m

  1. (economie) winst voor aftrek van renten, belastingen en afschrijvingen van immateriële activa
     RTL zag de omzet in de eerste helft van dit jaar met ruim 3 procent stijgen naar 2,9 miljard euro, onder meer door groei bij RTL Nederland. Het bedrijfsresultaat (ebita) liep afgelopen halfjaar met bijna 9 procent op naar 580 miljoen euro.[1]
     In de afgelopen drie maanden daalde de omzet van het lichtbedrijf met 1,8 procent tot 1,7 miljard euro. Het bedrijfsresultaat (ebita) steeg ruim acht procent naar 174 miljoen euro.[2]
     Het bruto bedrijfsresultaat (ebita) daalde met 1,5% en tot 172,5 miljoen euro. Dat de omzet over het hele jaar met 2 procent steeg, is te danken aan de bedrijven die werden overgenomen.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “RTL verhoogt winstverwachting” (25-08-2016), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Omzet Philips Lighting daalt, winst neemt toe” (21-07-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Gerben Kuitert
    “‘Twentsche Kabel’ groeit in Haaksbergen, maar voor de rest valt het tegen” (05-03-2020), Tubantia