ebenist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ebe·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ebenist | ebenisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ebenist m
- (beroep) iemand die luxe meubelen maakt (van ebbenhout)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'ebenist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ebenist" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ ebenist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be