dundruk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dun·druk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dundruk dundrukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dundrukm

  1. (boekbinderij) drukwerk op zeer dun maar stevig papier
     Aad las in de literaire zondagochtendmanifestatie van Kees ‘Boeken’ Jansma voor uit eigen werk en begon net op z’n gemakje Feyenoord – Ajax te glazenbollen toen hij, al improvisatiedichtend, bij een kakelverse alinea in zijn nog uit te tikken Verzameld Analysewerk (Uitgeverij Van Oorschot, voorjaar 2018, dundruk, 1.200 pagina’s) belandde/Werktitel: ‘Hakim Ziyech’:[2]
     Royal Jongbloed is gespecialiseerd in Bijbeluitgaven, mede door de opgebouwde expertise op het gebied van dundruk.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “De dichter Aad de Mos” (24/10 /2016), HP de Tijd
  3. Bronlink Weblink bron
    Rudy Ligtenberg
    “Christelijke uitgevers zien kansen na de crisis” (nberg

    22-02-2017), Reformatorisch Dagblad

  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be