dubbelhard
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelhard (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdʏbəlˌhɑrt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- dub·bel·hard
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | dubbelhard |
verbogen | dubbelharde |
partitief | dubbelhards |
Bijvoeglijk naamwoord
dubbelhard
- heel erg stevig, onder meer door een herhaalde bewerking
- ▸ In het voormalige retraitehuis Sint Jozef te Zenderen - gebouwd in 1925-1927 naar ontwerp van architect H.H. Sleiderink uit Delden - is de gang op de begane grond betegeld met dubbelhard gebakken tegeltjes van 10 bij 10 cm in de kleuren bordeaux-rood, wit en gemêleerd grijs.[1]
- heel erg krachtig
- ▸ In een poging om haar evenwicht te herwinnen, maakte ze een onwillekeurige armbeweging naar boven, waardoor het ding eerst een eind omhoog vloog voor het met een dubbelharde smak aan scherven sloeg tegen de grond.[2]
- heel erg streng
- ▸ Maria-Christina's hart is vol deernis voor dit schone kind, dat een dubbelharde winter achter de rug heeft.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dubbelhard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Retraitehuizen: terzijde van de wereld - ingericht voor stilte en bezinning in: Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht. (2001), Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 9040095914, p. 175/176
- ↑ Weblink bron “Josefine.” (1962), Andries Blitz, Laren / Internationale Pers, Antwerpen, p. 93
- ↑ Weblink bron F.R. Boschvogel“Niet wanhopen Maria Christina.” (1948), Lannoo, Tielt, p. 161
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Intensief in het Nederlands
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal