drugsbezit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: drugsbezit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- drugs·be·zit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drugs en bezit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drugsbezit | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het drugsbezit o
- het in het bezit hebben van drugs.
Gangbaarheid
- Het woord drugsbezit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drugsbezit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be