dretsen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dret·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dretsen
dretste
gedretst
zwak -t volledig

Werkwoord

dretsen

  1. ergatief spatten, rondvliegen
    • De beerbak viel om en de beer dretste op mijn kleeren.[1] 
  2. inergatief gedurig heen en weer lopen
    • Mie Gendarme, zoals men haar noemde... heeft de ganse dag al gelopen en gedretst, langs kronkelende en slingerende binnenbaantjes, die haar steeds dichter bij die verre rivier, de Leie, moeten brengen.[2] 

Gangbaarheid

8 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Waasch idioticon.
    Amaat Joos
    1904
  2. De Vlaamse gids pagina 429, 1952
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be