draaide mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai·de mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meedraaien

draaide mee

  1. enkelvoud verleden tijd van meedraaien
    • Ik draaide mee. 
    • Jij draaide mee. 
    • Hij, zij, het draaide mee. 


Gangbaarheid