doorstuurden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·stuur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorsturen |
doorstuurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorsturen
- ...dat wij doorstuurden.
- ...dat jullie doorstuurden.
- ...dat zij doorstuurden.
- ...dat wij doorstuurden.