docentencorps

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  docentencorps    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• do·cen·ten·corps

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  docent zn  en  corps zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	docentencorps	docentencorpsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het docentencorps o

1. het lerarenteam van een school of onderwijsinstelling

   ▸ Bij het lerarenprotest gaat dat minder makkelijk. Het niet nakomen van de belofte heeft kwaad bloed gezet bij een aanzienlijk deel van het docentencorps. Onderhandelingen hebben niets opgeleverd en een tijdelijk loonbod van de regering is door de bondsleden verworpen. Zij willen maar één ding, en dat is dat de regering zich aan de vorig jaar gemaakte afspraken houdt.

   ▸ Vandaag is de stemming in de lerarenkamer aanmerkelijk vrolijker. In het jongste inspectierapport krijgt de Ru Paré een voldoende. Wim Ponsen werd twee jaar geleden directeur van de zwarte basisschool in Amsterdam-west. Het goede rapportcijfer is niet enkel zijn verdienste, benadrukt hij. Volgens hem is de omslag een paar jaar geleden ingezet door zijn voorganger. Die verving de helft van het docentencorps.

Gangbaarheid

• Het woord 'docentencorps' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.