dirkte op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dirk·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opdirken

dirkte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opdirken
    • Ik dirkte op. 
    • Jij dirkte op. 
    • Hij, zij, het dirkte op. 


Gangbaarheid