dirigenten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ri·gen·ten

Zelfstandig naamwoord

de dirigentenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dirigent


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ri·gen·ten
Naar frequentie 43801

Zelfstandig naamwoord

dirigenten

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van dirigent


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ri·gen·ten
Naar frequentie 31677

Zelfstandig naamwoord

dirigenten

  1. nominatief onbepaald mannelijk enkelvoud van dirigent


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ri·gen·ten

Zelfstandig naamwoord

dirigenten

  1. nominatief onbepaald mannelijk enkelvoud van dirigent