dierproefvrij

Uit WikiWoordenboek



Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dier·proef·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dierproefvrij dierproefvrijer dierproefvrijst
verbogen dierproefvrije dierproefvrijere dierproefvrijste
partitief dierproefvrijs dierproefvrijers -

Bijvoeglijk naamwoord

dierproefvrij

  1. zonder gebruik te maken van proefdieren
     Het aantal dierproeven is in 2017 gestegen, ondanks de ambitie om in 2025 zoveel mogelijk dierproefvrij onderzoek te doen. Opvallend is ook het aantal huisdieren dat daarvoor wordt gebruikt, zoals honden en katten.[2]
     Het is de bedoeling dat Nederland in 2025 koploper wordt als het gaat om dierproefvrij onderzoek. De Leeuw verwacht dat dat gedeeltelijk haalbaar is. "Als het gaat om medicijnontwikkeling zijn we al ver. Ook in het onderwijs moet het relatief snel mogelijk zijn om het gebruik van het aantal dieren af te bouwen. Maar voor fundamenteel onderzoek, bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van een ziekte gaat het veel langzamer. Je hebt dan echt altijd een levend wezen nodig om te zien welke invloed de ziekte uitoefent op bijvoorbeeld een bepaald orgaan."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. dierproefvrij op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Meer honden en katten ingezet als proefdier” (Woensdag 10 april 2019, 08:39), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Daling aantal dierproeven stopt, 'soms kun je er niet omheen'” (Woensdag 10 april 2019, 19:45), NOS