detailhandelsconcern

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  detailhandelsconcern    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·tail·han·dels·con·cern

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  detailhandel zn  en  concern zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	detailhandelsconcern	detailhandelsconcerns
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het detailhandelsconcern o

1. onderneming met een aantal bedrijven dat producten verkoopt aan eindgebruikers

   ▸ De Telegraaf schrijft vandaag over paniek bij schoenenketens Invito en Manfield. De omzetten vallen tegen en beoordelingsgesprekken worden uitgesteld zodat de lonen niet verhoogd hoeven worden. Beide schoenenketens maken deel uit van het beursgenoteerde detailhandelsconcern Macintosh.

   ▸ Blokker heeft vorig jaar 52 miljoen euro verlies geleden. Dat is meer dan een verdubbeling vergeleken met 2014. Toen kwam het verlies van het detailhandelsconcern uit op 20 miljoen euro.

Synoniemen

• detailhandelconcern

Gangbaarheid

• Het woord detailhandelsconcern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.