destrueren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: destrueren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- des·tru·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Latijnse 'destruere' (vernielen) of 'struere' (construeren) met het voorvoegsel de-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
destrueren |
destrueerde |
gedestrueerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
destrueren
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord destrueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.