denimcyclus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: denimcyclus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·nim·cy·clus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van denim zn en cyclus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | denimcyclus | denimcycli denimcyclussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de denimcyclus m
- periode waarin één bepaalde spijkerbroek in de mode is en weer uit de mode raakt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'denimcyclus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.