delegaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·le·gaat
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | delegaat | delegaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de delegaat m
- gezant term vooral gebruikt in de rooms-katholieke kerk
- De Nederlandse overste van de congregatie van Salesianen Herman Spronck is ontslagen. Dat maakte Jos Claes, provinciaal van Salesianen van Don Bosco in Brussel vandaag bekend in het RTL Nieuws. 'Spronck mag geen enkele protocollaire taak meer vervullen. Hij is geen delegaat meer in Nederland', aldus Claes. [2]
- Door Gregorius XVI werd de jeugdige, reeds tot de pre latuur verheven priester als apostolisch delegaat gezonden naar Benevento, het stuk pauselijke grond dat in het koninkrijk Napels besloten lag. In 1841 vertrok hij naar Perugia als delegaat voor het daartoe behoorende gedeelte van Umbrië. [3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord delegaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "delegaat" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 23 mei 2011 Salesiaan Spronck ontslagen
- ↑ (1903)–H.J.A.M. Schaepman Menschen en boeken. Verspreide opstellen. Deel 5
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be