degenereerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ge·ne·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
degenereren |
degenereerde
- enkelvoud verleden tijd van degenereren
- Ik degenereerde.
- Jij degenereerde.
- Hij, zij, het degenereerde.
- Ik degenereerde.
vervoeging van |
---|
degenereren |
degenereerde