declasseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·clas·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
declasseren |
declasseerden
- meervoud verleden tijd van declasseren
- Wij declasseerden.
- Jullie declasseerden.
- Zij declasseerden.
- Wij declasseerden.
vervoeging van |
---|
declasseren |
declasseerden