dagboekschrijver
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·boek·schrij·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dagboek zn en schrijver zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagboekschrijver | dagboekschrijvers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dagboekschrijver m
- iemand die dagelijks zijn wederwaardigheden in een dagboek neerschrijft
- ▸ Waarom wilde deze dagboekschrijver, die stierf in Auschwitz, niet onderduiken?[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dagboekschrijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Waarom wilde deze dagboekschrijver, die stierf in Auschwitz, niet onderduiken?” (Zondag 25 september 2022, 16:19), NOS