cultuurkritiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·kri·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurkritiek cultuurkritieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cultuurkritiekv

  1. het commentaar leveren op (een bepaald aspect van) de cultuur
     Volgens professor sociologie en cultuurkritiek Walter Weyns (UAntwerpen) heerste er ook bij onze zuiderburen in België tot diep in de twintigste eeuw een diepe weerstand tegen tatoeages.[1]
     De Duitse choreograaf Marco Goecke vraagt in een bericht aan zijn (media)relaties om begrip voor het met poep besmeuren van een recensente in de foyer van het Staatstheater Hannover. „In een tijdperk waarin zo gevoelig wordt gereageerd op alles wat wij doen en zeggen, moet zelfs de cultuurkritiek (...) zich afvragen wanneer zij de grens overschrijdt.” De recensente, Wiebke Hüster, heeft aangifte gedaan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 april 2024 Weblink bron
    Liesbeth De Corte
    “Tatoeage een jobstopper?” (13-08-2018, 14:00), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 april 2024 Weblink bron “Duitse choreograaf zegt sorry voor poepincident, maar vraagt ook om ’enig begrip’” (14 feb. 2023), De Telegraaf