crosscultureel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cross·cul·tu·reel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen crosscultureel crosscultureler crosscultureelst
verbogen crossculturele crossculturelere crosscultureelste
partitief crosscultureels crossculturelers -

Bijvoeglijk naamwoord

crosscultureel

  1. met elementen van verschillende culturen
     De demonstratie moet een stil protest worden. Deelnemers krijgen het verzoek niet te schreeuwen of roepen en zelf geen posters, spandoeken of flyers mee te nemen. Tijdens het protest zullen verschillende uitgesproken tegenstanders van het boerkaverbod het woord krijgen, onder wie antropoloog Martijn de Koning, hoogleraar moslimsamenlevingen Annelies Moors, hoogleraar crosscultureel recht Tom Zwart en Ibtissam Abaaziz van meldpunt Meld Islamofobie.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. crosscultureel op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Niqabs uitgedeeld bij demonstratie in Den Haag tegen boerkaverbod” (07-08-2019), Tubantia