crediteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cre·di·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
crediteren |
crediteerden
- meervoud verleden tijd van crediteren
- Wij crediteerden.
- Jullie crediteerden.
- Zij crediteerden.
- Wij crediteerden.
vervoeging van |
---|
crediteren |
crediteerden