cosmeticabedrijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cos·me·ti·ca·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cosmetica zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cosmeticabedrijf | cosmeticabedrijven |
verkleinwoord | cosmeticabedrijfje | cosmeticabedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het cosmeticabedrijf o
- organisatie die schoonheidsproducten maakt en verkoopt
- ▸ De brand ontstond gisteravond rond 19.00 uur in een bedrijfsverzamelgebouw met onder meer een kringloopwinkel en een cosmeticabedrijf. Rond 04.30 uur werd het sein brand meester gegeven.[1]
- ▸ Het bestuurslid was verantwoordelijk voor het overmaken van de door het gala ingezamelde miljoenen aan ziekenhuizen die onderzoek doen naar kanker bij kinderen. De man drukte in een jaar tijd zo'n 600.000 euro achterover. Het geld verdween naar de man zelf en het cosmeticabedrijf van zijn vrouw.[2]
Gangbaarheid
- Het woord cosmeticabedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Brand legt loodsen Egmond in as” (Woensdag 18 juli 2012, 08:37), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Kankergala voor tonnen opgelicht” (Zaterdag 10 november 2012, 10:46), NOS