coronawet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·ro·na·wet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van corona zn en wet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronawet | coronawetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) een wet die noodmaatregelen rond de coronapandemie wettelijk regelt
- Het is maar de vraag of de coronawet wordt aangenomen in de Eerste en Tweede Kamer.
Gangbaarheid
- Het woord 'coronawet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.