coronaquarantaine
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·ro·na·qua·ran·tai·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van corona en quarantaine
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronaquarantaine | coronaquarantaines |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) een quarantaine om de verspreiding van en besmetting door een coronavirus tegen te gaan
- Na aankomst in het land moesten reizigers verplicht twee weken in coronaquarantaine.