contribueert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tri·bu·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contribueren |
contribueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contribueren
- Jij contribueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contribueren
- Hij contribueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van contribueren
- Contribueert!