contraheert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contraheert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tra·heert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contraheren |
contraheert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contraheren
- Jij contraheert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contraheren
- Hij contraheert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van contraheren
- Contraheert!