consumptief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consumptief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sump·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse consomptif of daarvoor van het Latijnse 'consumptivus'
- afgeleid van consumptie (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -ief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | consumptief | consumptiever | consumptiefst |
verbogen | consumptieve | consumptievere | consumptiefste |
partitief | consumptiefs | consumptievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
consumptief [1]
- betrekking hebbend op het verbruik van goederen, (op consumptie)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord consumptief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.