connoteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: connoteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·no·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
connoteren |
connoteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren
- Jij connoteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren
- Hij connoteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van connoteren
- Connoteert!