congresdag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·gres·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord congresdag congresdagen
verkleinwoord congresdagje congresdagjes

Zelfstandig naamwoord

de congresdagm

  1. een dag dat een congres wordt gehouden; een van de dagen van een meerdaags congres
     Vandaag mogen de leden er weer over meepraten en worden de gezamenlijke campagneactiviteiten besproken. De PvdA'ers en GroenLinksers gaan aan het eind van de congresdag met zijn allen luisteren naar de speeches van partijleiders Kuiken en Klaver.[2]
     Aan het eind van de congresdag is de speech van partijleider Klaver, waarschijnlijk rond 16.30 uur. GroenLinks verwacht dat er zo'n 2000 partijleden en sympathisanten zullen komen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Verkiezingen op komst: congres PvdA en GL in hetzelfde pand, ook CDA bijeen” (Zaterdag 4 februari, 07:44), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Politici spreken achterban over aanstaande stembusgang” (Zaterdag 16 februari 2019, 07:00), NOS