conformeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·for·meer
enkelvoud meervoud
naamwoord conformeer conformeren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het conformeero

  1. (scheikunde) een diastereomeer dat slechts in zijn conformatie verschilt van zijn tegenvoeter
    • Er bestaat althans bij hogere temperaturen vaak een dynamisch evenwicht tussen twee conformeren van hetzelfde molecuul 
Hyperoniemen
Hyponiemen

Werkwoord

vervoeging van
conformeren

conformeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conformeren
    • Ik conformeer. 
  2. gebiedende wijs van conformeren
    • Conformeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conformeren
    • Conformeer je? 

Gangbaarheid