condenseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: condenseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·den·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
condenseren |
condenseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Jij condenseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Hij condenseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van condenseren
- Condenseert!