competitiezege

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pe·ti·tie·ze·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord competitiezege competitiezeges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de competitiezegev / m

  1. een overwinning van een competitiewedstrijd
     Door de vijfentwintigste competitiezege van dit seizoen - de zeventiende op rij en de twaalfde met één doelpunt verschil - is de voorsprong van het nog ongeslagen Liverpool op nummer twee Manchester City opgelopen tot 25 punten.[1]
     Na de rust hield Real, dat zijn vijfde competitiezege op rij boekte, het duel onder controle. In het slot liep het via invaller Lukas Vázquez en Luka Jovic (knal) uit naar 4-1. Real heeft nu zes punten voorsprong op nummer twee FC Barcelona, dat zondag om 21.00 uur op bezoek gaat bij Real Betis.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Koploper Liverpool met moeite langs hekkensluiter Norwich City” (Zaterdag 15 februari 2020, 20:42), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Prachtgoal De Jong helpt Barcelona na hete strijd aan zege op Real Betis” (Zondag 9 februari 2020, 18:10), NOS