coloratuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·lo·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘versiering met cadansen en loopjes’ voor het eerst aangetroffen in 1739 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coloratuur coloraturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de coloratuurv [3]

  1. (muziek) een reeks versieringen in de muziek, door cadansen, snelle loopjes, sprongen, korte noten en tremolo's
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen