collega-politieagent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·le·ga-po·li·tie·agent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collega-politieagent collega-politieagenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de collega-politieagentm

  1. iemand die ook politieagent van beroep is
     Al kon een collega-politieagent er misschien tegen inbrengen dat Clark Olofsson zijn onmiskenbare faam niet zozeer te danken had aan succesvolle overvallen, onder andere omdat hij altijd werd opgepakt.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149