collectioneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·lec·ti·o·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
collectioneren

collectioneerden

  1. meervoud verleden tijd van collectioneren
    • Wij collectioneerden. 
    • Jullie collectioneerden. 
    • Zij collectioneerden.