cochoa
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- co·choa
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cochoa | cochoa's |
verkleinwoord | cochoaatje | cochoaatjes |
Zelfstandig naamwoord
cochoa
- (zangvogels) Cochoa een geslacht van vogels uit de familie van de lijsters (Turdidae ). De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1836 door Brian Houghton Hodgson
Hyperoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'cochoa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.