clubgebonden

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen clubgebonden clubgebondener clubgebondenst
verbogen clubgebondenste
partitief clubgebondens clubgebondeners -

Bijvoeglijk naamwoord

clubgebonden

  1. van iets of iemand dat het nauw verbonden is met één bepaalde sportclub
     Bij onpartijdige scheidsrechters zal het volgens Ger wel werken, "maar bij clubgebonden scheidsrechters en goedbedoelende vaders hou ik mijn hart vast".[1]


Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2023 Weblink bron “"Voor kleinste dingen krijg je geel"” (Zaterdag 7 september 2013, 21:49), NOS