classicisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clas·si·cis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘navolging van de klassieken’ voor het eerst aangetroffen in 1868 [1]
  • afgeleid van het Franse classicisme (met het achtervoegsel -isme) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord classicisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het classicismeo

  1. (kunst) kunststroming die navolging van de Griekse of Romeinse oudheid als ideaal heeft
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen