chipt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chipt

Werkwoord

vervoeging van
chippen

chipt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
    • Jij chipt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chippen
    • Hij chipt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chippen
    • Chipt!