chimango
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- chi·man·go
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chimango | chimango's |
verkleinwoord | chimangootje | chimangootjes |
Zelfstandig naamwoord
chimango
- (valkachtigen) Milvago chimango een roofvogel uit de familie van de Falconidae (Caracara's en valken). Deze soort komt voor in Argentinië, Brazilië, Chili, Paraguay, Uruguay en Vuurland en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'chimango' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.